"Vlees eters zijn de nieuwe rokers."
Roland Giphart schreef deze stelling een paar jaar geleden in een glossy tijdschrift voor vegetariërs. Ik vrees dat hij helaas gelijk heeft.
Ook professor Diederik Stapel beweerde in een van zijn namaak onderzoeken iets soortgelijks, namelijk dat ‘vleeseters hufterig’ zijn, maar die idioot en oplichter hoeven we gelukkig nooit meer serieus te nemen.
En we zagen het vorige week ook bij de presentatie van de “Frankenburger”, de geheel uit stamcellen gekweekte laboratorium beef-burger: de zoektocht naar een alternatief voor vlees gaat altijd gepaard met een veroordeling van vleesconsumptie.
Zoals bekend heeft de roker het de afgelopen jaren flink moeten ontgelden.
Nu zou je denken dat de roker wel voldoende is gepest en dat we tot de orde van de dag kunnen over gaan, maar er moest kennelijk een nieuwe zondebok gevonden worden.
Een nieuwe zondebok die we bijna alles kunnen verwijten wat er fout is in de wereld, variërend van het in stand houden van honger, armoede en ongelijkheid, het laten voortduren van dierenleed tot het veroorzaken van ernstige schade aan het milieu.
Die nieuwe zondebok lijkt inmiddels ook gevonden: de gewone alledaagse consument die graag een stukje vlees lust.
Vlees eten is, net als roken steeds meer 'foei' en 'stout' geworden.
Vooral fanatieke veganisten hebben er een handje van om de vleeseter steeds vaker ter verantwoording te roepen voor zijn eetgedrag.
Maar er is iets eigenaardigs aan de hand met de jongste generatie veganisten.
De klassieke veganist, die van uit een kinderlijk en doorgeschoten gevoel van rechtvaardigheid redeneerde dat het consumeren van dierlijke producten ‘wreed’ is, heeft al lang plaats gemaakt voor een vaak wat schreeuwerige en gefrustreerde wereld verbeteraar waar Volkert van der G. bij verbleekt.
De moderne veganist waant zich een voorhoede strijder, zeurt, dramt, vraagt aandacht en acht zich in moreel opzicht superieur aan de modale omnivoor.
Veganisme is ‘hip’ en dat is een behoorlijk zorgelijke ontwikkeling, omdat een volledig plantaardig dieet op de lange duur zeer ongezond blijkt te zijn.
De gemiddelde veganist lijdt op zijn minst aan orthorexia (een ziekelijke fixatie op gezond en ‘rechtvaardig’ voedsel). De ironie wil dat veganisten uiteindelijk hun eigen gezondheid ruïneren vanwege het gebrek aan calcium, ijzer, vitamine D en B12 in hun voeding. En de gevolgen van langdurige vitamine B12 deficiëntie kunnen vrij ernstige vormen aannemen, zoals gedragsstoornissen, vroegtijdige dementie en psychoses.
Alle goede bedoelingen van veganisten ten spijt, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat veganisme een vrij ernstige eetstoornis is, die omkleedt wordt met een hoop wereldverbeterende prietpraat die tot niets leidt.
Het is nog tot daar aan toe dat volwassen zich tot het veganisme willen bekeren, maar kinderen veganistisch opvoeden is onverantwoord en bijna misdadig.
Ik denk dat je in een discussie over het extreem veganistisch opvoeden van kinderen dezelfde argumenten kunt gebruiken als bij de discussie over het verplicht inenten tegen mazelen.
De VVD-senator en ethicus Heleen Dupuis stelt hier over het volgende:
"In het gezondheidsrecht staat vast dat ouderen voor zichzelf kunnen beslissen om iets wel of niet te doen, maar als het om kinderen gaat heeft de overheid de plicht om kinderen, als het moet, tegen hun ouders te beschermen."
In het geval van het rauw plantaardig voedsel etende jongetje Tom Watkins ben ik geneigd te stellen dat dit jongetje al in een eerder stadium uit huis geplaatst had moeten worden.
Het jongetje is een dwerg en heeft 15 centimeter aan lichaamslengte ingeleverd vanwege het door zijn moeder opgedrongen dieet.
Veel mensen die jaren volgens de regels van het veganistisch geloof geleefd hebben, zijn tot de conclusie gekomen dat ze, wat voeding betreft, de verkeerde keuzes hebben gemaakt. Zoek voor de aardigheid via Google eens naar ‘The Vegetarian Myth’ van Lierre Keith en publicaties van Denise Minger.
Het zijn mensen die weten waarover ze spreken, het zijn ervaringsdeskundigen en geen ordinaire ‘vegan bashers’. Lierre Keith durft bijvoorbeeld te stellen dat niets zo schadelijk voor het milieu is als extensieve landbouw. En in het veganistische Utopia is landbouw uiteraard de oplossing voor het voedsel- en milieu vraagstuk.
Maar wie het toch niet kan laten om zich qua voeding bezig te houden met het veganisme, raad ik aan om eens het YouTube kanaal van Boele Ytsma te bekijken. Ytsma is een dominee, en dat is in zijn video’s duidelijk te merken.
Een aantal jaren geleden was Boele nog ‘Bolle Boele’, maar nu is hij zo slank als een windhond. (Maar of het erg gezond is … dat vraag ik me werkelijk af.)
Tot slot, nog iets om over na te denken. Het veganisme is, net als de hippie beweging en het feminisme in beginsel een ideologie die ontsproten is aan het brein van goed opgeleide blanke westerlingen.
Ooit een neger veganist gezien? Tja … Mike Tyson, maar die is zo gek als een deur en misschien de enige bekeerling die er goed aan heeft gedaan om zijn gewoonte om af en toe een hap uit iemands oor te nemen voorgoed vaarwel te zeggen.