De laatste zes jaar heb ik helemaal geen vakantie meer gehad omdat ik mijn vader beloofd heb mijn demente moeder iedere week te bezoeken.
Maar vakantie betekende voor mij altijd lekker doelloos een paar tankjes benzine leegrijden en richting het Zuiden rijden.
Soms blijf je ergens een paar dagen, maar hoofdzakelijk ga je van het ene hotel naar het andere. Vroeger kon je nog in je auto slapen, maar dat is er al lang niet meer bij.
Terwijl je onderweg bent fantaseer je dat je topcrimineel Claude Saque bent die op de vlucht is en ieder moment door de politie neergeschoten kan worden. [027] Je koopt onderweg wat onzinnige dingen. Je vreet jezelf ongans aan Franse kaas en droge worst.
Je zet je auto ergens neer en je blijft gewoon een uur lang staren naar een paard in de wei, een riviertje, het langsrazende verkeer of een boer die over een akker loopt. Gewoon totale onzin waar je eigenlijk geen 1500 km voor hofet te rijden, maar wat boeit het. En als het geld op is rij je even doelloos terug naar Nederland. [027]
Eh … dat vind ik dus vakantie.