Online is de mogelijkheid om een MMPI-2 af te nemen. Dit is een test die hypotheses genereert over de persoonlijkheid. Er wordt een profiel gecreëerd, die mogelijk maakt een vergelijking te maken met een normgroep. Er wordt berekend op welke persoonlijkheidtrekken je hoger scoort dan een gemiddeld persoon. Als iemand hierin geïnteresseerd is, zou ik het profiel willen interpreteren in dit topic.
http://geisel.narod.ru/mmpi2.htm
Op deze site vul je de antwoorden in. Post de uitslag (of: Stuur de uitslag naar mij op in PB bericht) en dan stuur ik je via een PB bericht de interpretatie hiervan terug.
De interpretatie doe ik op basis van de beschikbare literatuur over deze test, dat samengevat wordt in de boeken:
-MMPI-2 Handleiding voor afname, JJL Derksen, HRA de Mey, H sloore en g hellenbosch
- Psychologische diagnostiek, engele structurele en descriptieve aspecten, jjl deksen
- dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek, EHM eurlings-bontekoe en WM snellen.
De interpretatie is grofweg:
- is de uitslag bruikbaar om uitspraken te doen
- wat zegt het over je algemene persoonlijkheidstrekken,
- die persoonlijkheidstrekken verder uitgediept
Het kan dus goed zijn dat je 567 vragen hebt ingevuld, maar dat de uitslag niet bruikbaar is (TRIN/VRIN = hoger dan 80). Dat zeg ik alvast om teleurstelling te voorkomen.
Op de site zijn de vragen in het engels. Ik wilde graag de nederlande versie hier posten (die is niet online te vinden). Die kun je één op één naast de engelse versie leggen. De vragen zijn de letterlijke vertaling (op empirische/wetenschappelijke gronden gebasseerd) en dan kun je toch een profiel opstellen.
1.Ik lees graag tijdschriften over techniek.
2.Ik heb een goede eetlust.
3.'s Morgens word ik meestal fris en uitgerust wakker.
4.Ik denk dat ik het werk van een bibliothecaris graag zou doen.
5.Bij het minste geluid word ik wakker.
6.Mijn vader is een goed mens, of (indien hij overleden is)
was een goed mens.
7.Ik lees graag krantenartikelen over misdaden .
8.Mijn handen en voeten zijn vaak warm genoeg.
9.Mijn dagelijks leven is vol dingen die mij boeien.
10.Ik kan mijn werk nu ongeveer even goed doen als vroeger.
11.Ik heb meestal het gevoel alsof er een brok in mijn keel zit.
12.Mijn seksueel leven is bevredigend.
13.Mensen zouden hun dromen moeten proberen te begrijpen en zich erdoor laten leiden of laten waarschuwen.
14.Ik lees graag detectives of thrillers.
15.Ik werk onder grote spanning.
16.Soms denk ik aan dingen die te slecht zijn om over te praten.
17.Ik heb het beslist hard te verduren in het leven.
18.Ik heb af en toe last van misselijkheid en braken.
19.Wanneer ik nieuw werk heb, probeer ik uit te zoeken tegen wie het van belang is vriendelijk te zijn.
20.Ik heb zelden last van verstoppingen (constipatie).
21.Er zijn ogenblikken geweest waarop ik erg veel zin had om thuis weg te gaan.
22.Niemand schijnt mij te begrijpen.
23.Soms heb ik oncontroleerbare lach- en huilbuien.
24.Af en toe ben ik bezeten door boze geesten.
25.Ik zou graag zanger(-es) zijn.
26.Ik vind het verreweg het beste mijn mond te houden wanneer ik in moeilijkheden zit.
27.Als mensen mij onrecht aandoen, vind ik dat ik ze dat betaald moet zetten, alleen al uit principe.
28.Mijn maag is meerdere keren per week van streek
29.Zo nu en dan heb ik zin om te vloeken
30.Een paar keer per week heb ik nachtmerries
31.Ik vind het moeilijk om mijn gedachten bij een taak of werk te houden.
32.Ik heb heel eigenaardige en vreemde ervaringen gehad.
33.Ik maak me zelden zorgen over mijn gezondheid.
34.Ik ben nooit in moeilijkheden geraakt door mijn seksuele gedrag.
35.Toen ik jong was, heb ik soms dingen gestolen.
36.Ik hoest constant.
37.Soms heb ik zin om iets kapot te slaan.
38.Ik heb perioden (dagen, weken of maanden) gehad dat ik niets deed omdat ik niet op gang kon komen.
39.Mijn slaap is onregelmatig en gestoord.
40.Mijn hoofd lijkt meestal overal pijn te doen.
41.Ik vertel niet altijd de waarheid.
42.Indien de mensen het niet zo op mij gemunt hadden, zou ik het veel verder gebracht hebben.
43.Ik kan de dingen tegenwoordig beter beoordelen dan vroeger.
44.Eens per week of vaker voel ik me plotseling helemaal warm worden zonder echte reden.
45.Ik ben lichamelijk net zo gezond als de meeste van mijn vrienden.
46.Schoolvrienden of kennissen die ik lange tijd niet meer gezien heb, loop ik liever voorbij tenzij ze mij als eerste aanspreken.
47.Ik maak me bijna nooit zorgen over pijn in de hartstreek of in de borst.
48.Meestal zit ik liever wat te dromen dan iets anders te doen.
49.Ik ben een erg sociaal persoon.
50.Ik heb dikwijls bevelen moeten opvolgen van iemand die er niet zoveel vanaf wist als ikzelf
51.Ik lees niet elke dag alle commentaren in de krant.
52.Ik heb niet het juiste leven geleid.
53.In sommige delen van mijn lichaam heb ik vaak een branderig, tintelend, jeukend of slapend gevoel.
54.Mijn familie houdt niet van het werk dat ik gekozen heb (of van plan ben te kiezen).
55.Soms blijf ik zo lang over iets doorzagen dat anderen hun geduld met mij verliezen.
56.Ik zou dat ik even gelukkig kon zijn als anderen lijken te zijn.
57.Ik voel bijna nooit pijn in mijn nek.
58.Ik denk dat veel mensen hun tegenslagen overdrijven om sympathie en hulp van anderen te verkrijgen.
59.Om de paar dagen of vaker heb ik last van een onaangenaam gevoel in mijn maag.
60.Wanneer ik onder de mensen ben, hoor ik erg vreemde geluiden die me hinderen.
61.Ik ben een belangrijk persoon.
62.(voor mannen) Ik heb dikwijls verlangd een vrouw te zijn. (voor vrouwen) Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik een vrouw ben.
63.Mijn gevoelens zijn niet gemakkelijk gekwetst.
64.Ik lees graag liefdesverhalen.
65.Meestal voel ik me neerslachtig.
66.Het zou beter zijn dat nagenoeg alle wetten werden afgeschaft.
67.Ik houd van gedichten.
68.Ik plaag soms dieren.
69.Ik denk dat ik het werk van een boswachter graag zou doen.
70.Ik laat me gemakkelijk overtroeven in een discussie.
71.Ik vind het tegenwoordig moeilijk de hoop niet op te geven ooit iets te bereiken.
72.Mijn ziel verlaat soms mijn lichaam.
73.Ik heb beslist te weinig zelfvertrouwen.
74.Ik zou graag bloemist zijn.
75.Meestal heb ik het gevoel dat het leven de moeite waard is.
76.Het vraagt heel wat discussie om de meeste mensen van de waarheid te overtuigen.
77.Af en toe stel ik uit tot morgen wat ik vandaag had moeten doen.
78.De meeste mensen die me kennen, vinden me aardig.
79.Ik vind het niet erg dat ze me voor de gek houden.
80.Ik zou graag verpleegster (verpleger) willen zijn.
81.Ik denk dat de meeste mensen zouden liegen om vooruit te komen.
82.Ik doe veel dingen waar ik achteraf spijt van heb (ik betreur dingen meer dan anderen dat lijken te doen).
83.Ik heb zelden ruzie met mijn familieleden.
84.Ik ben één of meerdere keren van school gestuurd omwille van mijn slecht gedrag.
85.Soms heb ik een sterke drang iets schadelijks of schokkends te doen.
86.Ik ga graag naar feestjes en andere gelegenheden waar veel en luidruchtig plezier wordt gemaakt.
87.Ik heb ooit met problemen te maken gehad die zoveel mogelijkheden inhielden dat ik geen beslissing kon nemen.
88.Ik vind dat vrouwen net zoveel seksuele vrijheid zouden moeten hebben als mannen.
89.De zwaarste strijd lever ik met mezelf.
90.Ik houd van mijn vader, of (als vader overleden is) ik hield van mijn vader.
91.Ik heb weinig of geen last van spiertrekkingen of spierschokken.
92.Het lijkt alsof het me niet kan schelen wat er met me gebeurt.
93.Soms, wanneer ik me niet goed voel, ben ik prikkelbaar.
94.Dikwijls heb ik het gevoel dat ik iets verkeerds of kwaads heb gedaan.
95.Meestal voel ik me gelukkig.
96.Ik zie dingen, dieren of mensen om me heen die anderen niet zien.
97.Het is meestal net alsof mijn hoofd en neus verstopt zijn.
98.Sommige mensen spelen zo de baas dat ik zin heb om juist het tegenovergestelde te doen van wat ze vragen, ook al weet ik dat ze gelijk hebben.
99.Iemand heeft het op mij gemunt.
100.Ik heb nooit zomaar voor de sensatie iets gevaarlijks gedaan.
101.Dikwijls heb ik het gevoel alsof er een strakke band om mijn hoofd zit.
102.Soms word ik boos.
103.Ik geniet meer van een wedstrijd of een spel als ik erop gewed heb.
104.De meeste mensen zijn eerlijk, voornamelijk uit angst gesnapt te worden.
105.Op school werd ik soms naar de directeur gestuurd wegens slecht gedrag.
106.Mijn manier van spreken is nog altijd dezelfde (niet vlugger of langzamer, niet onduidelijker of heser).
107.Mijn tafelmanieren thuis zijn minder goed dan wanneer ik in gezelschap ben.
108.Iedereen die hard kan en wil werken heeft een goede kans om te slagen.
109.Ik lijk ongeveer even bekwaam en slim als de meeste mensen met wie ik in contact kom.
110.De meeste mensen zijn enigszins oneerlijk als ze winst of voordeel kunnen halen uit iets dat ze anders zouden verliezen.
111.Ik heb veel last van mijn maag.
112.Ik speel graag toneel.
113.Ik weet wie verantwoordelijk is voor de meeste van mijn moeilijkheden.
114.Soms voel ik me zo sterk aangetrokken tot persoonlijke voorwerpen van anderen, zoals schoenen of handschoenen, dat ik ze wil aanraken of stelen, zelfs al kan ik ze niet gebruiken.
115.Het zien van bloed maakt me niet bang of ziek.
116.Dikwijls begrijp ik niet waarom ik zo prikkelbaar en humeurig was.
117.Ik heb nooit bloed gebraakt of opgehoest.
118.Ik maak me geen zorgen ziektes op te lopen.
119.Ik houd van bloemen en kamerplanten.
120.Ik vind het vaak noodzakelijk op te komen voor wat ik juist vind.
121.Ik heb me nooit ingelaten met ongewone seksuele praktijken.
122.Soms gingen mijn gedachten veel vlugger dan ik ze kon uitspreken.
123.Als ik er zeker van was onopgemerkt zonder te betalen in een bioscoop te kunnen komen, zou ik het waarschijnlijk doen.
124.Ik vraag me af welke verborgen bedoeling iemand kan hebben wanneer hij/zij iets aardigs voor me doet.
125.Ik geloof dat ik het thuis net zo aangenaam heb als de meeste mensen die ik ken.
126.Ik vind dat de wet gehandhaafd moet worden.
127.Kritiek of uitbranders kwetsen mij vreselijk.
128.Ik kook graag.
129.Mijn gedrag wordt grotendeels bepaald door het gedrag van de mensen in mijn omgeving.
130.Ik voel me soms echt nutteloos.
131.Als kind behoorde ik tot een groep vrienden die elkaar door dik en dun trouw bleven.
132.Ik geloof in een leven na de dood.
133.Ik zou graag een militair zijn.
134.Soms heb ik zin om met iemand op de vuist te gaan.
135.Ik heb dikwijls kansen gemist omdat ik niet op tijd kon beslissen.
136.Ik word ongeduldig als mensen mij om raad vragen of mij storen terwijl ik met iets belangrijks bezig ben.
137.Ik had de gewoonte een dagboek bij te houden.
138.Ik geloof dat er een komplot tegen mij wordt gesmeed
139.Ik zou een spel liever winnen dan verliezen.
140.Meestal ga ik slapen zonder dat gedachten of ideeën mij hinderen.
141.De laatste jaren heb ik me meestal gezond gevoeld.
142.Ik heb nooit een aanval of stuipen gehad.
143.Mijn gewicht neemt niet toe of af.
144.Ik geloof dat ik achtervolgd word.
145.Ik vind dat ik dikwijls zonder reden werd gestraft.
146.Ik huil (ween) gemakkelijk.
147.Ik begrijp niet meer zo goed als vroeger wat ik lees.
148.Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld als nu.
149.Het bovenste gedeelte van mijn hoofd is soms pijnlijk of gevoelig.
150.Soms heb ik het gevoel dat ik mezelf of een ander moet verwonden.
151.Ik ben ontstemd als ik moet toegeven dat ik me door iemand heb laten beetnemen.
152.Ik word niet snel moe.
153.Ik ken graag enkele belangrijke mensen omdat ik me dan ook belangrijk voel.
154.Ik ben bang wanneer ik van een hoogte naar beneden kijk.
155.Het zou me niet zenuwachtig maken als iemand van mijn gezin moeilijkheden zou krijgen met het gerecht (justitie).
156.Ik ben alleen gelukkig als ik rondreis of zwerf.
157.Ik maak me niet druk om wat anderen van me denken.
158.Spontaan iets opvoeren op een feestje maakt me ongemakkelijk, zelfs al doen anderen soortgelijke dingen.
159.Ik ben nooit flauwgevallen.
160.Ik ging graag naar school.
161.Ik moet dikwijls moeite doen om mijn verlegenheid niet te tonen.
162.Iemand heeft geprobeerd me te vergiftigen.
163.Ik ben niet erg bang voor slangen.
164.Ik heb zelden of nooit aanvallen van duizeligheid.
165.Mijn geheugen lijkt in orde te zijn.
166.Ik maak me zorgen over seks.
167.Ik vind het moeilijk een gesprek te voeren met mensen die ik voor het eerst ontmoet.
168.Er zijn periodes geweest waarin ik dingen deed, zonder dat ik later nog wist wat ik gedaan had.
169.Wanneer ik me verveel, zorg ik wel voor iets opwindends.
170.Ik ben bang dat ik gek word.
171.Ik ben tegen geld geven aan bedelaars
172.Ik merk vaak dat mijn handen beven wanneer ik iets wil doen.
173.Ik kan lang lezen zonder mijn ogen te vermoeien.
174.Ik lees graag over en bestudeer graag de dingen waaraan ik werk.
175.Ik voel me dikwijls helemaal slap.
176.Ik heb zelden hoofdpijn.
177.Ik ben niet onhandiger geworden (dingen laten vallen, omstoten).
178.Wanneer ik in verlegenheid gebracht word, breekt het zweet me wel eens uit, wat ik erg vervelend vind.
179.Ik heb geen moeilijkheden gehad mijn evenwicht te bewaren tijdens het wandelen.
180.Er is iets met mijn verstand niet in orde.
181.Ik heb geen aanvallen van hooikoorts of asma.
182.Ik heb aanvallen gehad waarin ik mijn bewegingen of spraak niet kon controleren maar wel besefte wat er om me heen gebeurde.
183.Ik vind niet iedereen sympathiek die ik ken.
184.Ik dagdroom zeer weinig.
185.Ik wou dat ik niet zo verlegen was.
186.Ik ben niet bang om met geld om te gaan.
187.Als ik verslaggever was, zou ik het liefst over film en toneel schrijven.
188.Ik geniet van allerlei spelen en vormen van ontspanning.
189.Ik flirt graag.
190.Mijn familie behandelt mij meer als kind dan als volwassene.
191.Ik zou graag journalist zijn.
192.Mijn moeder is een goede vrouw, of (indien ze overleden is) was een goede vrouw.
193.Op straat let ik er goed op niet op de voegen tussen de tegels te stappen.
194.Ik heb nooit enige huiduitslag gehad waarover ik mij zorgen maakte.
195.In vergelijking tot andere gezinnen is er bij mij thuis erg weinig liefde en gezelligheid.
196.Ik merk dat ik me dikwijls zorgen maak over iets.
197.Ik denk dat ik het werk van een bouwaannemer graag zou doen.
198.Ik hoor dikwijls stemmen, zonder te weten waar ze vandaan komen.
199.Ik houd van wetenschap (natuurkunde, scheikunde, plant- en dierkunde, enz.).
200.Het valt me niet moeilijk mijn vrienden om hulp te vragen, ook al kan ik niets terugdoen.
201.Ik houd erg veel van jagen.
202.Mijn ouders hadden dikwijls bezwaar tegen het soort mensen met wie ik omging.
203.Soms roddel ik een beetje.
204.Mijn gehoor is blijkbaar even goed als dat van de meeste mensen.
205.Sommige gezinsleden hebben gewoonten die mij erg vervelen en ergeren.
206.Soms heb ik het gevoel dat ik heel gemakkelijk een besluit kan nemen.
207.Ik zou graag lied zijn van meerdere clubs.
208.Ik voel zelden mijn hart kloppen ben zelden kortademig.
209.Ik praat graag over seks.
210.Ik bezoek graag plaatsen waar ik nog nooit geweest ben.
211.Ik heb me laten inspireren door een levensprogramma dat berust op plichtsbesef, en heb me er altijd zorgvuldig aan gehouden.
212.Soms heb ik mensen verhinderd iets te doen, niet omdat het zo belangrijk was, maar uit principe.
213.Ik word gemakkelijk kwaad, maar het is weer vlug over.
214.Ik ben tamelijk onafhankelijk geweest en weinig gebonden aan gezinsregels.
215.Ik pieker veel.
216.Iemand heeft geprobeerd me te bestelen.
217.Bijna al mijn gezinsleden zijn mij gunstig gezind.
218.Er zijn periodes waarin ik zo onrustig ben dat ik niet lang op een stoel kan blijven zitten.
219.Ik heb teleurstellingen gekend in de liefde.
220.Ik maak me nooit zorgen over mijn uiterlijk.
221.Ik droom dikwijls over dingen die ik het best voor mezelf houd.
222.Kinderen zouden de hoofdzaken over seks moeten worden bijgebracht.
223.Ik geloof dat ik niet nerveuzer ben dan de meeste anderen.
224.Ik heb zelden of nooit pijn.
225.De manier waarop ik de dingen doe, wordt gemakkelijk verkeerd begrepen door anderen.
226.Soms voel ik me intens gelukkig (helemaal in de wolken) zonder enige reden, zelfs als er dingen mis gaan.
227.Ik neem het mensen niet kwalijk als ze proberen te pakken wat er te pakken valt in deze wereld.
228.Er zijn mensen die mijn gedachten en ideeën proberen te stelen.
229.Ik heb aanvallen gehad waardoor mijn bezigheden werden onderbroken en ik niet wist wat er om mij heen gebeurde.
230.Ik kan vriendelijk zijn tegen mensen die dingen doen die ik verkeerd vind.
231.Ik ben graag in een gezelschap van mensen die elkaar poetsen bakken.
232.Bij verkiezingen stem ik soms op mensen van wie ik erg weinig weet.
233.Ik heb er moeite mee om aan iets te beginnen.
234.Ik geloof dat ik verdoemd ben.
235.Ik was een trage leerling op school.
236.Als ik kunstenaar was, zou ik graag bloemen tekenen.
237.Het stoort me niet dat ik er niet knapper uitzie.
238.Ik zweet erg gemakkelijk, zelfs op koele dagen.
239.Ik ben een en al zelfvertrouwen.
240.Soms kon ik het onmogelijk laten te stelen of iets in een winkel weg te nemen.
241.Het is veiliger niemand te vertrouwen.
242.Één of meerdere malen per week word ik erg opgewonden.
243.In een groep mensen heb ik moeite met het bedenken waarover ik het best kan praten.
244.Iets opwindends kan me meestal uit een neerslachtige bui halen.
245.Als ik het huis verlaat, maak ik me er niet ongerust over of deuren en ramen wel gesloten zijn.
246.Ik geloof dat mijn zonden onvergeeflijk zijn.
247.Ik heb geen gevoel op één of meerdere plaatsen van mijn huid.
248.Ik neem het niet kwalijk als men profiteert van iemand die zich daartoe leent.
249.Ik zie al jaren even goed.
250.Soms had ik zo'n plezier in de slimheid van bepaalde misdadigers dat ik hoopte dat ze ongestraft zouden blijven.
251.Ik heb vaak het gevoel gehad dat vreemden mij kritisch bekeken.
252.Alles smaakt hetzelfde.
253.Ik drink dagelijks een buitengewoon grote hoeveelheid water.
254.De meeste mensen maken vrienden omdat vrienden wel eens van nut kunnen zijn.
255.Ik heb zelden last van oorsuizingen.
256.Zo nu en dan heb ik haatgevoelens jegens gezinsleden van wie ik doorgaans wel houd.
257.Als ik journalist was, zou ik erg graag het sportnieuws verzorgen.
258.Ik kan overdag slapen maar 's nachts niet.
259.Ik ben er zeker van dat er over me geroddeld wordt.
260.Af en toe lach ik om een schuine (vuile) mop.
261.Vergeleken met mijn vrienden heb ik heel weinig angsten.
262.Ik zou het niet vervelend vinden als ze mij in een groep mensen zouden vragen een gesprek te beginnen of mijn mening te zeggen over iets waarvan ik verstand heb.
263.Ik heb altijd een afkeer van de wet wanneer een misdadiger vrijgesproken wordt door argumenten van een sluwe advocaat.
264.Ik heb buitengewoon veel alcohol gebruikt.
265.Ik zal niet gemakkelijk met mensen een gesprek beginnen voordat ze mij aanspreken.
266.Ik heb nooit moeilijkheden gehad met het gerecht (justitie).
267.Ik heb periodes waarin ik me zonder speciale reden buitengewoon opgewekt voel.
268.Ik wou dat ik geen last had van gedachten over seks.
269.Als een aantal mensen zich in moeilijkheden bevindt, kunnen ze het best samen afspreken wat ze zullen zeggen en zich daaraan houden.
270.Ik heb er niet bijzonder veel last van dieren te zien lijden.
271.Ik denk dat ik intensievere gevoelens heb dan de meeste andere mensen.
272.Ik heb nooit graag met poppen gespeeld.
273.Meestal is het leven voor mij een zware last.
274.Sommige onderwerpen liggen voor mij zo gevoelig dat ik er niet over kan praten.
275.Op school vond ik het erg moeilijk om voor de klas te spreken.
276.Ik houd van mijn moeder, of (indien ze overleden is) ik hield van mijn moeder.
277.Zelfs in gezelschap voel ik me meestal eenzaam.
278.Ik krijg alle sympathie die me toekomt.
279.Ik weiger deel te namen aan een spel waarin ik niet goed ben.
280.Ik lijk ongeveer even vlug vrienden te maken als anderen.
281.Ik help niet graag mensen om me heen.
282.Men heeft mij verteld dat ik slaapwandel.
283.Wie anderen in verleiding brengt door waardevolle dingen onbeheerd achter te laten, is bijna even schuldig aan diefstal als de dief zelf.
284.Ik denk dat bijna iedereen een leugen zou vertellen om uit de problemen te blijven.
285.Ik ben gevoeliger dan de meeste andere mensen.
286.De meeste mensen voelen er innerlijk niet veel voor zich uit te sloven om andere mensen te helpen.
287.Veel van mijn dromen gaan over seks.
288.Mijn ouders en mijn gezin vinden meer tekortkomingen bij mij dan nodig.
289.Ik ben vlug verlegen.
290.Ik maak me zorgen over geld en zaken.
291.Ik ben nooit op iemand verliefd geweest.
292.Dingen die sommige gezinsleden hebben gedaan, hebben me beangstigd.
293.Ik droom bijna nooit.
294.Ik krijg dikwijls rode vlekken in mijn hals.
295.Ik ben nooit verlamd geweest of heb nooit een ongewone slapte in mijn spieren gehad.
296.Soms verandert of verlies ik mijn stem zonder dat ik verkouden ben.
297.Mijn moeder of vader dwong me vaak te gehoorzamen, zelfs wanneer ik dacht dat het onredelijk was.
298.Soms word ik eigenaardige geuren gewaar.
299.Ik kan mijn gedachten niet bij één ding houden.
300.Ik heb reden om jaloers te zijn op één of meer leden van mijn gezin.
301.Ik voel me bijna altijd angstig voor iets of iemand.
.Ik word gemakkelijk ongeduldig met mensen.
303.Meestal wou ik dat ik dood was.
304.Soms raak ik zo opgewonden dat ik moeilijk in slaap val.
305.Ik heb ongetwijfeld meer dan genoeg zorgen gehad.
306.Niemand trekt zich veel aan van wat er met je gebeurt.
307.Soms hoor ik zo goed dat ik er last van heb.
308.Ik vergeet onmiddellijk wat mensen tegen me zeggen.
309.Gewoonlijk moet ik, zelfs bij kleine dingen, eerst even stilstaan en nadenken voordat ik iets doe.
310.Dikwijls steek ik de straat over om iemand die ik zie niet te ontmoeten.
311.Ik heb dikwijls het gevoel alsof dingen niet echt zijn.
312.Het enige interessante deel van de krant zijn de komische tekenverhalen.
313.Ik heb de gewoonte dingen te tellen die niet belangrijk zijn, zoals lampen in reclame-verlichting.
314.Ik heb geen vijanden die mij werkelijk kwaad willen doen.
315.Ik heb de neiging op mijn hoede te zijn voor mensen die vriendelijker zijn dan verwacht.
316.Ik heb vreemde en eigenaardige gedachten.
317.Ik word angstig en raak overstuur als ik voor een korte reis van huis weg moet.
318.Ik verwacht gewoonlijk te slagen in de dingen die ik doe.
319.Ik hoor vreemde dingen als ik alleen ben.
320.Ik ben bang geweest voor dingen of mensen waarvan ik wist dat ze me geen kwaad konden doen.
321.Ik ben niet bang om in mijn eentje een kamer binnen te gaan waar anderen reeds vergaderen en praten.
322.Ik ben bang om een mes of iets dat scherp of puntig is, te gebruiken.
323.Soms geniet ik ervan mensen van wie ik houd, te kwetsen.
324.Ik kan andere mensen gemakkelijk bang voor me maken en doe dat soms voor de grap.
325.Ik heb meer problemen om me te concentreren dan anderen dat schijnen te hebben.
326.Ik heb verschillende keren iets opgegeven omdat ik mijn bekwaamheid onderschatte.
327.Slechte, vaak zelfs verschrikkelijke, woorden komen bij me op en ik kan ze niet kwijtraken.
328.Soms gaat er een onbelangrijke gedachte door mijn hoofd die mij dagen hindert.
329.Bijna elke dag gebeurt er iets dat mij bang maakt.
330.Soms ben ik één en al energie
331.Ik ben geneigd de dingen zwaar op te vatten.
332.Soms heb ik ervan genoten gekwetst te worden door iemand van wie ik hield.
333.Mensen zeggen beledigende en vulgaire dingen voer mij.
334.Ik voel me binnenshuis niet op mijn gemak.
335.Ik ben niet bijzonder zelfbewust.
336.Iemand heeft controle over mijn denken.
337.Op feestjes zit ik liever alleen of bij één enkele persoon in plaats van dat ik me meng in het gezelschap.
338.Mensen stellen me dikwijls teleur.
339.Ik heb soms het gevoel gehad dat de moeilijkheden zich zo opstapelden dat ik ze niet meer aankon.
340.Ik ga graag dansen.
341.Soms lijkt mijn verstand langzamer te werken dan gewoonlijk.
342.In treinen, bussen, enz. maak ik vaak een praatje met onbekenden.
343.Ik ben dol op kinderen.,
344.Ik vind het prettig te gokken voor kleine bedragen.
345.Als ik de kans kreeg, zou ik enkele dingen kunnen doen die de wereld groot voordeel zouden brengen.
346.Ik heb vaak zogenaamde experts ontmoet die niet beter waren dan ik.
347.Ik voel me een mislukkeling wanneer ik hoor van het succes iemand die ik goed ken.
348.Ik denk dikwijls: “was ik maar weer een kind.”
349.Ik ben het gelukkigst als ik alleen ben.
350.Als ik de kans kreeg, zou ik een goed leider zijn.
351.Ik word in verlegenheid gebracht door vieze moppen.
352.Mensen eisen in het algemeen meer respect voor hun eigen rechten dan dat ze bereid zijn te tonen voor die van anderen.
353.Ik geniet van bijeenkomsten, enkel en alleen om onder mensen te zijn.
354.Ik probeer goede verhalen te onthouden om ze door te vertellen aan anderen.
355.Één of meerdere keren in mijn leven had ik het gevoel dat iemand mij dingen liet doen door me te hypnotiseren.
356.Ik vind het moeilijk een taak die ik begonnen ben te onderbreken, ook al is het maar voor even.
357.De groep waartoe ik behoor, sluit mij dikwijls uit bij geroddel en geklets.
358.Ik heb vaak gemerkt dat mensen jaloers waren op mijn goede ideeën, enkel en alleen omdat zij zelf er niet als eerste aan gedacht hadden.
359.Ik geniet van de drukte van een grote menigte.
360.Het stoort me niet vreemden te ontmoeten.
361.Iemand heeft geprobeerd mijn gedachten te beïnvloeden.
362.Ik kan me herinneren dat ik me ziek hield om aan iets te ontsnappen.
363.Mijn zorgen lijken te verdwijnen zodra ik in gezelschap kom van een groep vrolijke vrienden.
364.Ik heb de neiging snel op te geven als iets verkeerd gaat.
365.Ik laat de mensen graag weten hoe ik over de dingen denk.
366.Er waren periodes waarin ik me zo energiek voelde dat slaap dagenlang niet nodig leek.
367.Als het enigszins mogelijk is, vermijd ik een grote menigte.
368.Ik deins ervoor terug een crisis of een moeilijkheid onder ogen te zien.
369.Ik ben geneigd iets wat ik wil doen te laten schieten wanneer anderen het niet de moeite waard vinden.
370.Ik houd van feestjes en gezellige bijeenkomsten.
371.Ik heb dikwijls gewenst tot het andere geslacht te behoren.
372.Ik word niet gauw kwaad.
373.Ik heb vroeger enkele slechte dingen gedaan die ik nooit aan iemand vertel.
374.De meeste mensen zullen enigszins oneerlijke middelen gebruiken om vooruit te komen in het leven
375.Ik word zenuwachtig wanneer mensen mij persoonlijke vragen stellen.
376.Ik heb niet het gevoel dat ik mijn eigen toekomst kan plannen.
377.Ik ben niet gelukkig met mezelf zoals ik ben.
378.Ik word boos wanneer vrienden of mijn gezin mij raad geven over hoe ik moet leven.
379.Ik kreeg als kind veel slaag.
380.Het zit me dwars wanneer mensen vriendelijke dingen over mij vertellen.
381.Ik luister niet graag naar andere mensen die hun mening geven over het leven.
382.Ik heb dikwijls ernstige meningsverschillen met mensen die me nauw aan het hart liggen.
383.Wanneer het erg slecht gaat, weet ik dat ik kan rekenen op de hulp van mijn gezin.
384.Als kind speelde ik graag met poppen.
385.Ik ben niet bang voor vuur.
386.Ik heb wel eens iemand ontlopen omdat ik bang was iets te zeggen of te doen waarvan ik later spijt zou krijgen.
387.Enkel wanneer ik drink, kan ik mijn echte gevoelens uiten.
388.Ik heb uiterst zelden buien van neerslachtigheid.
389.Men zegt dikwijls dat ik een heethoofd ben.
390.Ik wou dat ik kon ophouden me zorgen te maken over het feit dat ik dingen heb gezegd die andermans gevoelens kunnen hebben gekwetst.
391.Ik voel me niet in staat om alles over mezelf te vertellen aan om het even wie.
392.Bliksem is een van de dingen waarvoor ik bang ben.
393.Ik vind het leuk mensen in het ongewisse te laten over wat ik zo dadelijk zal gaan doen.
394.Mijn plannen leken dikwijls zo moeilijk dat ik ze moest opgeven.
395.Ik ben bang om alleen te zijn in het donker.
396.Ik heb me dikwijls slecht gevoeld omdat ik verkeerd begrepen werd wanneer ik probeerde te voorkomen dat iemand een vergissing beging.
397.Storm jaagt me de schrik op het 't lijf.
398.Ik vraag dikwijls mensen om raad.
399.De toekomst is te onzeker voor iemand om serieuze plannen te maken.
400.Zelfs al gaat alles naar wens, dikwijls heb ik toch het gevoel dat ik nergens om geef.
401.Ik ben niet bang voor water.
402.Ik moet er dikwijls een nacht over slapen voordat ik beslis wat te doen.
403.De mensen hebben dikwijls mijn bedoelingen verkeerd begrepen wanneer ik probeerde ze terecht te wijzen of behulpzaam te zijn.
404.Ik heb geen moeite met slikken.
405.Ik ben gewoonlijk kalm en raak niet gemakkelijk overstuur.
406.Ik zou er zeker plezier in hebben misdadigers op hun eigen terrein te verslaan.
407.Ik verdien een strenge straf voor mijn zonden.
408.Ik ben geneigd teleurstellingen zo zwaar op te vatten dat ik ze niet uit mijn hoofd kan zetten.
409.Het zit me dwars als iemand me op de vingers kijkt tijdens het werk, ook al weet ik dat ik het goed doe.
410.Het ergert me zo wanneer iemand in een rij probeert voor te kruipen dat ik die persoon erover aanspreek.
411.Soms denk ik dat ik nergens voor deug.
412.Toen ik jong was ging ik dikwijls niet naar school, zelfs wanneer ik moest.
413.Één of meerdere van mijn familieleden zijn erg zenuwachtig.
414.Ik moest soms ruw zijn tegen mensen die grof of vervelend waren.
415.Ik pieker nogal over mogelijke tegenslagen.
416.Ik heb uitgesproken politieke overtuigingen.
417.Ik zou graag autocoureur zijn.
418.Het is niet erg de wet te omzeilen, als je ze maar niet overtreedt.
419.Er zijn mensen aan wie ik zo'n hekel heb dat ik er innerlijk plezier aan beleef wanneer ze gepakt worden voor iets dat ze hebben gedaan.
420.Ik word zenuwachtig als ik moet wachten.
421.Ik ben geneigd iets dat ik wil doen te laten schieten omdat anderen vinden dat ik het niet goed aanpak.
422.Ik hield erg van opwindende gebeurtenissen toen ik jong was.
423.Wanneer iemand mij tegenwerkt, ben ik dikwijls geneigd extra moeite te doen om een overwinning te behalen.
424.Het hindert me dat mensen op straat, in de bus, in winkels, enz., me bekijken.
425.De man met wie ik als kind het meest te maken had (mijn vader, stiefvader, …) was erg streng voor mij.
426.Vroeger hield ik van hinkelen en touwtje springen.
427.Ik heb nooit een visioen gehad.
428.Ik ben verschillende keren van idee veranderd met betrekking tot mijn loopbaan.
429.Ik gebruik alleen geneesmiddelen of slaapmiddelen op doktersvoorschrift.
430.Ik heb dikwijls spijt van dat ik zo licht geraakt en humeurig ben.
431.Op schaal had ik geregeld slechte punten voor mijn gedrag in de klas.
432.Ik ben gefascineerd door vuur.
433.Als ik in het nauw gedreven word, vertel ik alleen maar dat gedeelte van de waarheid dat mij waarschijnlijk niet zal schaden.
434.Als ik samen met enkele vrienden in moeilijkheden zat, en we hadden allemaal evenveel schuld, zou ik eerder alle schuld op mij nemen dan hen te verraden.
435.Ik ben vaak bang voor het donker.
436.Als een man in gezelschap van een vrouw is, denkt hij gewoonlijk aan dingen die verband houden met seks.
437.Ik ben meestal erg direct met mensen die ik probeer te verbeteren of vooruit te helpen.
438.Ik ben doodsbang bij de gedachte aan een aardbeving.
439.Aan een goed idee ben ik snel voor honderd procent verkocht.
440.Ik geef er de voorkeur aan dingen zelf uit te zoeken in plaats van een ander om raad te vragen.
441.Ik ben bang om in een kleine kamer of gesloten ruimte te zijn.
442.Ik moet toegeven dat ik me wel eens overdreven bezorgd heb gemaakt over iets dat echt van geen belang was.
443.Ik probeer mijn lage dunk van mensen of mijn medelijden niet te verbergen, zodat ze weten hoe ik over hen denk.
444.Ik ben een lichtgeraakt iemand.
445.Ik heb dikwijls onder leiding van mensen gewerkt die het zo wisten te regelen dat zij geprezen werden voor goed werk, terwijl ze de fouten op hun ondergeschikten afschoven.
446.Soms vind ik het moeilijk om voor mijn rechten op te komen omdat ik zo gesloten ben.
447.Vuil maakt me bang en doet me walgen.
448.Ik heb een wereld van dagdromen waarover ik niets aan anderen vertel.
449.Sommige gezinsleden zijn erg lichtgeraakt.
450.Ik kan niets goed doen.
451.Ik voel me dikwijls zo schuldig omdat ik doe alsof iets me meer spijt dan in werkelijkheid het geval is.
452.Als regel verdedig ik sterk mijn eigen opvattingen
453.Ik ben niet bang voor spinnen
454.De toekomst lijkt hopeloos voor mij.
455.Mijn gezinsleden en naaste verwanten kunnen heel goed met elkaar opschieten.
456.Ik zou graag dure kleding dragen.
457.Mensen kunnen mij tamelijk gemakkelijk van mening doen veranderen, zelfs al heb ik een beslissing over iets genomen.
458.Ik word zenuwachtig van bepaalde dieren.
459.Ik kan net zoveel pijn verdragen als anderen.
460.Verschillende keren was ik de laatste die het opgaf om iets voor elkaar te krijgen
461.Ik word boos als mensen me opjagen.
462.Ik ben niet bang voor muizen.
463.Verschillende keren per week heb ik het gevoel dat er iets vreselijks gaat gebeuren.
464.Een groot gedeelte van de tijd voel ik me moe.
465.Ik repareer graag een deurklink.
466.Soms ben ik er zeker van dat andere mensen weten wat ik denk.
467.Ik lees graag iets over wetenschap.
468.Ik ben bang om alleen in een grote open ruimte te zijn.
469.Soms heb ik het gevoel dat ik op instorten sta.
470.Een groot aantal mensen maakt zich schuldig aan slecht seksueel gedrag.
471.Ik ben dikwijls bang geweest midden in de nacht.
472.Ik heb er veel last van dat ik vergeet waar ik dingen heb gelegd.
473.Degene aan wie ik als kind het meest gehecht was en die ik het meest bewonderde, was een vrouw (moeder, zuster, tante of andere vrouw).
474.Ik houd meer van avontuurlijke dan van romantische verhalen.
475.Dikwijls raak ik in de war en vergeet ik wat ik wil zeggen.
476.Ik ben erg onhandig en lomp.
477.Ik speel zeer graag ruwe sporten (rugby, voetbal).
478.Ik haat mijn hele gezin.
479.Sommige mensen denken dat het moeilijk is mij te leren kennen.
480.Het grootste gedeelte van mijn vrije tijd breng ik alleen door.
481.Wanneer mensen iets doen dat mij kwaad maakt, zeg ik hen hoe ik erover denk.
482.Gewoonlijk heb ik het moeilijk om te beslissen wat ik zal doen.
483.Men vindt mij niet aantrekkelijk.
484.Men is niet erg vriendelijk voor mij.
485.Ik heb dikwijls het gevoel dat ik niet zo goed ben als anderen.
486.Ik ben erg koppig.
487.Ik heb genoten van marihuana.
488.Geestesziekte is een teken van zwakheid.
489.Ik heb een drugs- of alcoholprobleem.
490.Spoken of geesten kunnen een goede of slechte invloed op mensen hebben.
491.Ik voel me hulpeloos wanneer ik belangrijke beslissingen moet nemen.
492.Ik probeer steeds vriendelijk te zijn, zelfs wanneer de anderen geërgerd of kritisch zijn.
493.Wanneer ik een probleem heb, helpt het mij om er eens met iemand over te praten.
494.Mijn belangrijkste levensdoelen liggen binnen mijn bereik.
495.Ik vind dat mensen hun persoonlijke problemen voor zich moeten houden.
496.Momenteel sta ik weinig onder druk of spanning.
497.De gedachte dat ik veranderingen zou moeten aanbrengen in mijn leven, maakt me erg bezorgd.
498.Mijn grootste problemen worden veroorzaakt door het gedrag van iemand die ik goed ken.
499.Ik haat het naar dokters te gaan, zelfs wanneer ik ziek ben.
500.Alhoewel ik niet gelukkig ben met mijn leven, kan ik er nu niets aan doen.
501.Met iemand over je problemen en zorgen praten, helpt meestal beter dan het innemen van medicijnen.
502.Ik heb enkele gewoontes die echt schadelijk zijn.
503.Als er problemen opgelost moeten worden, laat ik het meestal aan anderen over.
504.Ik erken dat ik meerdere gebreken heb die ik niet zal kunnen veranderen.
505.Ik ben de dingen die ik elke dag moet doen zo beu dat ik gewoon met alles zou willen kappen.
506.Ik heb onlangs overwogen een eind aan mijn leven te maken.
507.Ik word dikwijls erg prikkelbaar wanneer mensen mij onderbreken tijdens mijn werk.
508.Ik heb dikwijls het gevoel dat ik andermans gedachten kan lezen.
509.Als ik belangrijke beslissingen moet nemen, word ik zenuwachtig.
510.Anderen zeggen dat ik vlug eet.
511.Eens of meer per week word ik 'high' of dronken.
512.Ik heb in mijn leven een tragisch verlies geleden waar ik nooit overheen zal komen.
513.Soms ben ik zo boos en overstuur dat ik niet weet wat me overkomt.
514.Wanneer mensen mij vragen iets te doen, kan ik moeilijk 'neen' zeggen.
515.Ik ben het gelukkigst wanneer ik alleen ben.
516.Mijn leven is leeg en zinloos.
517.Ik vind het moeilijk om een job te houden.
518.Ik heb veel domme fouten begaan in mijn leven.
519.Ik word boos op mezelf omdat ik aan anderen zoveel toegeef.
520.De laatste tijd heb ik veel aan zelfmoord gedacht.
521.Ik vind het prettig om beslissingen te nemen en taken toe te wijzen aan anderen.
522.Zelfs zonder mijn gezin weet ik dat er altijd wel iemand zal zijn die voor mij zorgt.
523.Ik heb er een hekel aan in de rij te moeten staan bij bioscopen, banken of sportmanifestaties.
524.Niemand weet het, maar ik heb al eens geprobeerd zelfmoord te plegen.
525.Alles om me heen gaat veel te snel.
526.Ik weet dat ik anderen tot last ben.
527.Na een slechte dag heb ik meestal een paar glaasjes nodig om mij te ontspannen.
528.Veel van mijn problemen zijn te wijten aan pech.
529.Soms kan ik blijkbaar niet stoppen met praten.
530.Soms snijd of verwond ik mezelf opzettelijk zonder te weten waarom.
531.Alhoewel het niet nodig is voor mijn werk, maak ik veel overuren.
532.Ik voel me meestal beter als ik eens goed gehuild (geweend) heb.
533.Ik vergeet waar ik dingen gelaten heb.
534.Indien ik mijn leven kon overdoen, zou ik niet veel veranderen.
535.Ik word erg prikkelbaar wanneer mensen op wie ik reken hun werk niet op tijd klaar hebben.
536.Als ik in de war raak, krijg ik zeker hoofdpijn.
537.Ik houd van keihard onderhandelen.
538.De meeste mannen zijn hun vrouw af en toe ontrouw.
539.Sinds kort heb ik geen zin meer om mijn problemen op te lossen.
540.Ik heb wel eens borden, tassen, of meubels gebroken wanneer ik dronken was en kwaad werd.
541.Ik werk het best wanneer ik onder druk sta.
542.Ik heb me zo kwaad gemaakt op iemand dat ik het gevoel had te ontploffen.
543.Soms komen verschrikkelijke gedachten over mijn gezin in mij op.
544.Mensen beweren dat ik problemen heb met alcohol maar daar ben ik het niet mee eens.
545.Ik heb altijd te weinig tijd om dingen af te krijgen.
546.De laatste tijd denk ik meer en meer aan de dood en wat daarna komt.
547.Ik bewaar dikwijls dingen die ik waarschijnlijk nooit zal gebruiken.
548.Ik ben al eens zo kwaad geweest dat ik iemand verwond heb tijdens een gevecht.
549.In alles wat ik de laatste tijd doe, heb ik het gevoel dat ik op de proef gesteld word.
550.Ik heb op het ogenblik erg weinig contact met mijn gezin.
551.Soms heb ik de indruk dat ik mijn gedachten luidop hoor uitspreken.
552.Wanneer ik droevig ben, kan een bezoek aan vrienden mij er bovenop helpen.
553.Veel van wat nu met mij gebeurt, lijk ik al eerder meegemaakt te hebben.
554.Wanneer het leven moeilijk wordt, krijg ik zin om het op te geven.
555.Zelfs in mijn eigen huis durf ik niet alleen een donkere kamer binnen te gaan.
556.Ik pieker veel over geld.
557.De man zou aan het hoofd van het gezin moeten staan.
558.De enige plaats waar ik mij ontspannen voel, is thuis.
559.De mensen met wie ik werk, voelen niet mee met mijn problemen.
560.Ik ben tevreden met wat ik verdien.
561.Ik heb meestal genoeg energie om mijn werk te doen.
562.Ik heb moeite om 'complimentjes' te aanvaarden.
563.In de meeste huwelijken zijn één of beide partners ongelukkig.
564.Ik verlies bijna nooit mijn zelfbeheersing.
565.Het kost me tegenwoordig heel wat moeite om me te herinneren wat mensen mij vertellen.
566.Wanneer ik me droevig of somber voel, lijdt mijn werk eronder.
567.De meeste gehuwden tonen weinig genegenheid voor elkaar.