Vroeger, in mijn jonge jaren, werd ik minstens een keer per jaar overspannen.
Dat was best lastig, hoewel ik ook goeie herinneringen heb aan de hartkloppingen en de angstaanvallen.
Dat klinkt heel vreemd, maar je raakt er aan gewend en ik leerde er na verloop van tijd mee om te gaan.
Met het laatste restje bewustzijn dat je bezit verzin je 's nachts in je bedje een strategie
die werkt. Je maakt er een soort mantra van. "Als jij jezelf kunt wijsmaken dat je ziek bent kunt jij jezelf ook wijsmaken dat je gezond bent."
Dat zinnetje draai je uren achter elkaar af in je hoofd en uiteindelijk val je wel in slaap. En je bent ook weer een jaartje bevrijd van angstaanvallen.
En dan ging ik weer door. Tot de volgende storm in mijn hoofd opstak en ik wist hoe ik die moest opvangen.
Halverwege zo'n nachtelijke paniekaanval zie je dan ook het patroon. Het gezin waar ik uit kwam, de verliefdheden die nooit tot iets hebben geleid. Dat negeer je ook dan weer. Want ik was er wel zo trots op dat ik uiteindelijk net iets slimmer was dan mijn eigen angsten.
Soms was de storm in mijn hoofd angstaanjagend hevig. Dan duurde het een paar dagen en was het alsof ik van af een afstand naar mezelf stond te kijken. Dan dacht ik weleens dat ik definitief knettergek geworden was. Maar ook dan verzin je weer een mantra en zegt: "Als jij jezelf kunt wijsmaken dat je gek bent, kun jij jezelf
ook wijsmaken dat je normaal bent." Bingo, en het werkte. Wat wil een mens nog meer.
Vreemd, maar het hield rond mijn 35ste allemaal op. Het laatste trucje waar ik niet op was voorbereid was RSI. Best wel lastig als je ineens de vingers van je rechterhand niet meer kunt gebruiken en je arm dik wordt en in brand lijkt te staan. Alsof je er een halve tube Tijgerbalsem op had uitgesmeerd. Maar ook wel eens fijn om een maand in de ziektewet te zitten. Fysiotherapie met electrische stroomstoten vond ik ook heel interessant. Pijnlijk, maar fascinerend.
Wat wil ik hier nu allemaal mee zeggen? Dat er hardleerse types zijn zoals ik die gewoon doorgaan, zolang het
maar niet te erg wordt. Ik betaal gewoon de prijs en oogst de schamele opbrengst van mijn leven:
Geen liefde, geen partner, geen sex, geen gezin. Bij de minste interesse van vrouwen resoluut de boel afkappen.
Risico vermijden tot elke prijs.
Geen zin meer om liedjes te schrijven en gitaar te spelen. Wie wil er nou bibberen en zenuwachtig zijn en de
spetterpoep krijgen voor elk optreden? Tekenen, schilderen en fotograferen heb ik ook geen zin meer in. Reizen ook niet, kan het mij wat schelen dat mijn leefwereld hooguit een radius van drie kilometer heeft?
Soms verlang ik er stiekumpjes naar om weer eens in elkaar te klappen. Dan voel je tenminste weer dat je leeft.
Maar toch heb ik bijna het vlakke inhoudsloze leven bereikt wat ik wilde hebben. Wie doet me wat? Niemand, behalve een uitkeringsverlenende instantie die me aan een verplicht diagnostisch onderzoek
wil laten onderwerpen. Dat is het enige minpuntje. Op 28 juli is het zover, daar heb ik het misschien een andere keer nog wel over.